Wat in de volksmond Wet Harrewijn wordt genoemd is eigenlijk Art. 31d 3n Art. 31e uit de Wet op de ondernemingsraden. Daarin staat het volgende:
Art. 31 d
1 De ondernemer verstrekt, mede ten behoeve van de bespreking van de algemene gang van zaken van de onderneming, ten minste eenmaal per jaar aan de ondernemingsraad schriftelijk informatie over de hoogte en inhoud van de arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken per verschillende groep van de in de onderneming werkzame personen.
2 De ondernemer verstrekt daarbij tevens schriftelijke informatie over de hoogte en inhoud van de arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken met het bestuur dat de rechtspersoon vertegenwoordigt en het totaal van de vergoedingen, dat wordt verstrekt aan het toezichthoudend orgaan, bedoeld in artikel 24, tweede lid.
3 Ten aanzien van het eerste en tweede lid wordt inzichtelijk gemaakt met welk percentage deze arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken zich verhouden tot elkaar en tot die van het voorgaande jaar.
4 Indien een groep, als bedoeld in het eerste lid, het bestuur of het toezichthoudend orgaan, bedoeld in het tweede lid, uit minder dan vijf personen bestaat, is het mogelijk om voor de toepassing van deze leden twee of meer functies samen te voegen, zodat een groep van ten minste vijf personen ontstaat.
5 De ondernemer is verplicht de ondernemingsraad zo spoedig mogelijk in kennis te stellen van belangrijke wijzigingen die in deze regelingen en afspraken worden aangebracht.
6 Dit artikel is uitsluitend van toepassing op ondernemingen waarin in de regel ten minste 100 personen werkzaam zijn.
Artikel 31e
De artikelen 23, tweede lid, tweede zin, en 31d zijn niet van toepassing op:
a. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid waarvan een van de bestuurders of commissarissen een natuurlijk persoon is die een direct of indirect belang heeft in de rechtspersoon overeenkomstig artikel 4.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001, of
b. de rechtspersoon waarop de artikelen 396 of 397 van titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn.
Belangrijk om te weten: In deze artikelen worden geen tijdslijnen genoemd wanneer je de informatie als OR moet ontvangen. Verder is er ook nog weinig jurisprudentie rondom de Wet Harrewijn.
We kunnen in het algemeen wel iets zeggen over de houdbaarheid van de informatie. De geest van de Wet Harrewijn is dat beloningsverhoudingen een rol spelen bij de bespreking van de algemene gang van zaken in de onderneming. En bespreking van die algemene gang van zaken wordt natuurlijk erg lastig, wanneer de gegevens waarmee gewerkt wordt heel oud zijn. Uit Art. 24 van de Wet op de ondernemingsraden valt op te maken dat een ondernemer tenminste twee keer per jaar de algemene gang van zaken met de ondernemingsraad moet doornemen. Daaruit trekken wij dan weer de conclusie dat een OR, om zijn werk goed te doen, maximaal een half jaar mag achterlopen ten aanzien van de kennis van de actuele stand van zaken in de onderneming. Je zou dan dus kunnen concluderen dat informatie van meer dan een half jaar oud onvoldoende actueel is. Met andere woorden het is heel goed hard te maken is dat de gegevens uit Art. 31d en Art. 31e maximaal een half jaar na afloop van het jaar beschikbaar zouden moeten zijn.
Nog één ding over de eventuele vertrouwelijkheid van de gegevens: nergens is vastgelegd dat de gegevens over de beloningsverhoudingen uit Art. 31d en Art. 31e openbaar zijn. Het doel is ook niet de openbaarheid, maar het kunnen bespreken van de beloningsverhoudingen in het kader van de bespreking van de algemene gang van zaken in de onderneming tussen ondernemer (bestuurder) en ondernemingsraad. Daarvoor moeten de gegevens bekend zijn bij de ondernemingsraadleden, maar verdere bekendmaking is niet nodig.